Voor rokers wordt het de dag vandaag steeds moeilijker. In veel horecagelegenheden is het roken aan strenge banden gelegd of zelfs helemaal niet meer mogelijk. Ook zijn de rookcoupés in de treinen verdwenen en is roken in zowat alle openbare gebouwen verboden. Voor veel rokers een reden tot geheel stoppen. Voor anderen een gelegenheid om over te stappen naar de e-sigaret.
De opkomst van de e-sigaret
De e-sigaret is een rookalternatief dat vrij recent in opkomst is. Hoewel de e-sigaret nog niet volledig is ingeburgerd is er een kleine groep van, over het algemeen tevreden, gebruikers. Veel van de gebruikers zijn overgestapt omdat ze de e-sigaret gebruiken als hulpmiddel bij het stoppen met roken. Voor anderen was het een bewuste keus om de kankerverwekkende tabak achter zich te laten en voor hun genot over te stappen naar de e-sigaret.
Toch zitten er ook aan het gebruik van de e-sigaret nadelen. Nadelen die de meeste gebruikers niet eens kennen. Ook het gebruik van de e-sigaret kent namelijk zijn gezondheidsrisico’s. Deze risico’s zijn tot nu toe nog niet volledig in kaart gebracht. Om deze reden gaan verschillende overheden heel omzichtig om met het goedkeuren van de e-sigaret.
Elektrisch roken
De elektronisch sigaret ziet eruit als een gewone sigaret, hoewel hij meestal iets groter is. In de e-sigaret bevinden zich een verstuiver, een batterij en een nicotine-bevattende cartridge. Per cartridge kan men ongeveer 200 maal inhaleren, het equivalent van 20 sigaretten. De batterij is meestal op te laden via een USB port of via het stopcontact.
Wanneer men aan de e-sigaret inhaleert, zal er een lampje ontbranden en kan men de ‘damp’ die de nicotine bevat, inademen en weer uitblazen. Van een afstandje ziet het er dus uit alsof de gebruiker een gewone sigaret rookt. Gelukkig is de geur een stuk beter dan bij gewone tabak en bovendien niet schadelijk voor de omstanders.